dinsdag 1 november 2011

'Je kunt niet beter worden dan jezelf'

● Inwoner van Gieterveen groeit als mens door Japanse krijgsdiscipline aikido

Zijn medescholieren op het Johan Cruyff College in Groningen - ook allemaal beginnend topsporter - vinden het wel wat vreemd dat Arend Terlaak met aikido een sport beoefent waarbij niet wordt deelgenomen aan wedstrijden of kampioenschappen. "Dat zijn ze niet gewend. Bij hen draait alles om wedstrijden winnen. Ze begrijpen het niet. Maar dan leg ik het uit en begrijpen ze het meestal wel", zegt de 17-jarige inwoner van Gieterveen.

Arend is de jongste in Nederland met een eerste dan graad en zwarte band in de Japanse krijgsdiscipline aikido. Hij begon ermee op zijn zesde en is nog lang niet uitgeleerd. "Er is altijd werk te doen. Ook al zijn de oefeningen hetzelfde, je vindt steeds nieuwe technieken. Je probeert een goede houding in te nemen en alles zo perfect mogelijk te krijgen. Je leraar laat wel weten of het goed is wanneer je tegen hem vecht. Als je zijn balans verstoort en hij valt om, dan was de techniek goed. Als hij blijft staan niet. Het laatste komt veel vaker voor dan het eerste. Er blijft altijd ruimte voor verbetering. Je bent een leven lang aan het leren."


Wedstrijden vecht de bedachtzaam formulerende jonge sporter niet. "Aikido is geen wedstrijdsport. Het gaat er niet om om een tegenstander te verslaan, de sterkste te zijn en je verheven boven iemand anders te voelen. Je moet jezelf beter maken. En beter dan jezelf zal je niet worden." Arend is er geen voorstander van om het wedstrijdelement wel in te voeren. "Dan verander je de hele sport."

Aikido, dat in ons land slechts een paar duizend beoefenaars kent, heeft een fikse filosofische component. De sport werd in het van de vorige eeuw in Japan ontwikkeld door grondlegger Morihei Ueshiba. Hij liet zich inspireren door technieken van de samoerai, de Japanse ridders, en vechtsporten als daito ryu jiu jitsu, jiutjitsu en kenjutsu. Hij verbond daarmee opvattingen die hij ontleende aan de religie omoto-kyo.

Volgens Ueshiba of O'Sensei (de grote meester), zoals de aikido-beoefenaars hem noemen, moet de door hem ontwikkelde sport niet zijn gericht op het vernietigen van de tegenstander, maar juist op het hem zo min mogelijke schade toe brengen. Alle aikido-technieken zijn bedoeld als verdediging, als een reactie op een aanval. Het is de bedoeling om je niet schrap te zetten, maar mee te geven met de kracht van de aanvaller en deze vervolgens uit balans te brengen. Daar passen en in het traditionele aikido geen wedstrijden bij, al is er een variant ontstaan waarbij dit principe werd losgelaten.

Arend Terlaak beoefent aikido in zijn puurste vorm. Hij traint al elf jaar bijna dagelijks in de dojo van de Stichting voor Japanse en Okinawaanse Krijgskunsten (SJOK) in Groningen onder leiding van de leraren Chris de Jongh, Jan Gerrit Post en Christiaan Zandt. Als klein ventje kwam hij er ooit op zijn zesde binnenlopen. "Dat kwam door m'n vader. Hij zei: die sport dat is wat voor jou. Hij bracht me naar Groningen, we woonden toen nog in Wedde, en na de eerste les was ik verkocht. Ik wilde er nooit meer mee stoppen. Het waren heel leuke lessen. Het voelde goed. Ik had voordat ik met aikido begon een slechte motoriek. Die is helemaal verdwenen. Je leert opnieuw bewegen. Je beweegt anders dan een ander. Ik heb ook een andere manier van lopen gekregen. En ik zit niet onderuitgezakt maar rechtop. Als ik op mijn knieën zit, ben ik een van degenen die het meest rechtop zit. De technieken van aikido zijn hulpmiddelen om te groeien in het dagelijks leven. Je leert efficiënter. Dingen die niet efficiënt zijn, probeer ik niet te doen."


Arend assisteert in de dojo bij de lessen aikido voor de jeugd. En dat bevalt hem opperbest. Hij wil van het lesgeven dan ook zijn beroep maken. "Ik wil lessen gaan geven op scholen en aan werknemers van bedrijven. Veel kinderen zijn te zwaar en hebben een slechte motoriek. Behalve voor het lichaam is aikido goed voor de geest. Ik moet nu eerst m'n lesbevoegdheid halen en mijn school afmaken. Op den duur wil ik een eigen dojo hebben. Niet in het Noorden, maar mogelijk in Amsterdam of Frankrijk. Daar heeft achtste dan Nobuyoshi Tamura, van wie ik gelukkig nog les heb gehad, de sport populair gemaakt. Hij is nu overleden."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten