zaterdag 10 april 2010

Diamantlaan in beweging

Bewegen en Sport in het MBO

Hoe doe je dat nu zo, dat leerlingen het belang onderkennen van sport
en bewegen als noodzakelijk en plezierig onderdeel van werken en leven.
Hoe combineer je sport met aandacht voor een gezonde levensstijl, gezonde
werkhouding, beweegvariatie over de dag en de week en het programma LLB.
Een aantal concrete vragen, zonder concreet antwoord.

Wel een aantal interessante weetjes:
- Het Mullier instituut heeft verschillende interessant onderzoeken gedaan
naar sport en bewegen in het MBO en bij jeugdigen in het algemeen. Het zal
niemand verbazen dat er een grote dip te constateren valt in de actieve
deelname aan sportactiviteiten, zowel qua duur, frequentie als
intensiteit.
- veel ROC’s hebben goede ervaringen met www.testjeleefstijlnu.nl van TNO
en passen dit toe in lessen LLB.
- er zijn middelen beschikbaar voor het stimuleren van sport en bewegen en
voor het tegengaan van leefstijlziekte nummer 1, overgewicht.
- de norm van 5% halen geeft nog geen antwoord op de vraag of de
sportlessen ook qua fysieke belasting aan de norm voldoet die bijdraagt
aan een betere gezondheid.
- de sportdeelname van de moeder is een belangrijke factor in de
sportdeelname van kinderen. Kinderen uit gezinnen met lage inkomens en/of
met ouder(s) van buitenlandse afkomst sporten minder.
- Een aantal ROC’s werken met gecombineerde beweegteams, waarbij
sportdocenten samenwerken met bijv. ergonomen, cesartherapeuten e.d.
Vooral de combinatie van gezond bewegen op en tijdens het werk en
stimuleren van sportdeelname als vrijetijdsbesteding wordt op elkaar
afgestemd.
- De studenten van de ALO-HIS lopen nog nauwelijks stage bij ROC’s. Hier
liggen kansen, zeker als een dergelijke HBO-instelling in dezelfde stad
gevestigd is. Kan het MBO permanent stagebedrijf zijn voor
MBO-sport en bewegen, HBO op het gebied van ALO, Sportmanagement en WO
Bewegingswetenschappen?
- door het losweken van thuis, de keuze van een beroep, veranderen
vrijetijdsbesteding, zelfstandig wonen, bijbaantjes e.d zie je dat
jeugdigen afhaken bij wedstrijdsporten en door de komst van o.a. de eigen
auto minder lopen en fietsen. Zij bewegen in het algemeen dus minder en
oriënteren zich tamelijk passief op sportmogelijkheden die passen bij deze
nieuwe fase in het leven.
- Sportverenigingen zijn hier onvoldoende op ingesteld, vooral t.a.v.
ontwikkelen van aantrekkelijk recreatief aanbod en het aanleren van een
sport voor jeugdige/jong volwassenen.
- Investeren in het sporten is op deze leeftijd zinvol. Het is niet zoals,
bijv. t.a.v. culturele activiteiten, dat de basis vooral in de opvoeding
gelegd wordt. Een interventie bij 16-plussers kan wel degelijk een
blijvend effect hebben op de leefstijl in de toekomst. Vooral omdat het
drempels wegneemt (onbekend maakt onbemind), zicht geeft op keuze opties
en dat een basisconditie altijd helpt om snel op een representatief niveau
mee te kunnen doen.

Voor het MBO ligt hier een mooie uitdaging! De teammanagers zijn met name nodig om de behoefte te peilen als het gaat om bewegen in de beroepscontext en de combinatie met een gezonde leefstijl. Mogelijk is het zinvol om ook een behoeftepeiling onder
leerlingen uit te voeren. Dit laat ik graag aan de LO-docenten over. Zij kunnen met een voorstel komen, maar dat kan iedereen die hier ideeën over heeft. De docent LO loopt gelukkig zo lang mee, dat er veel kennis en ervaring is vanuit het verleden, toen het al op beide terreinen van bewegen in de beroepscontext en stimuleren
van actieve sportbeoefening gewoon nog in het curriculum zat. Waarom het
wiel opnieuw uitvinden, als je kunt putten uit een rijke ervaring!
Uiteraard geactualiseerd aan de huidige situatie en leerling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten